Vrijwilligers – fotoproject

Fotoproject

Wat betekent dat? Wat valt er te doen? Hoeveel vrijwilligers zijn er al? Wat zijn dat voor mensen. Wat moet je kunnen? Hoeveel tijd vergt het? Krijg je begeleiding? Is het dankbaar werk? Heerst er een gezellige sfeer? Is er een vergoeding voor? Krijg je veel te maken met het overlijden van mensen?

Vragen, vragen, vragen. 

We geven er graag antwoord op, en dat doen we op deze plaats samen met veel van die vrijwilligers. Bijna iedereen die bij ons de handen uit de mouwen wil steken, doet dat omdat men van betekenis wil zijn voor de maatschappij. Dat kan op heel veel manieren: gastheer of gastvrouw zijn, de gasten en hun naasten verwennen met aandacht, eten of drinken. Koken, voorlezen, masseren, schoonmaken, een eindje met gasten wandelen, een boodschap doen, tijd nemen voor een praatje, of gewoon even stil naast iemand waken. 

En nee, er staat geen financiële vergoeding tegenover. Maar wél een prettige en collegiale werksfeer, en er zijn regelmatig interessante lezingen of scholingsactiviteiten. Je hebt er geen specifieke opleiding voor nodig, maar sommige trainingen die we zelf organiseren zijn wel verplicht. 

En ja, natuurlijk krijg je te maken met het overlijden van mensen. Onze gasten beleven hier immers hun laatste levensfase. En wij zijn er voor om hen en hun naasten zoveel mogelijk te ontzorgen en er een mooie periode voor hen van te maken.

Misschien ook iets voor jou? Vraag onze vrijwilligersfolder of een oriënterend gesprek met een van onze coördinatoren aan. En lees vooral even door om te ontdekken hoe jouw misschien toekomstige collega-vrijwilligers bij ons gekomen zijn. We horen graag van je.

PS ook de foto’s en teksten zijn gemaakt door vrijwilligers. Jesse Reij tekende voor de meeste foto’s, Tinka Duineveld maakte de ontbrekende portretten en Marjolein Copier maakte de korte interviewtjes.

Els Rosenmöller, coördinator

‘Het draait om liefde en respect, altijd.’

‘Alles wat we hier in huis doen, draait om liefde en respect’. Het zijn de woorden van Els Rosenmöller die vier dagen in de week overdag in Hospice Egmond te vinden is. Haar collega Nathalie Groot neemt twee dagen in de week voor haar rekening. En dan kunnen ze ook nog terugvallen op drie vrijwilligers die in kunnen vallen voor de coördinatietaken.

De coördinatoren doen de intakegesprekken en -visites, overleggen met betrokken huisartsen en verpleegkundigen, onderhouden de contacten met ziekenhuizen en andere instanties, bewaken het rooster van vrijwilligers, zorgen voor de inkoop en voorraad, en onderhouden de contacten met gasten en hun naasten. Els schrijft ook elke maand een blog over het wel en wee in het hospice. Zo houdt ze de buitenwereld betrokken.

‘Bij alles wat ik doe, realiseer ik me steeds meer dat het er om gaat mensen met liefde en respect bij te staan op de weg die ze moeten gaan. We gaan allemaal diezelfde weg, maar pas op het eind wordt het zo reëel en voorstelbaar. Dan ben je gebaat bij het nemen van je tijd om afscheid te nemen. Dat kan hier in huis goed, want voor al het overige wordt gezorgd. Vrijwel altijd bereiken mensen bij dit definitieve afscheid van het leven een staat van rust en aanvaarding. Dat is mooi om te zien. Wij staan aan de kant, maken een buiging, schenken van onze kant respect en liefde. Altijd.’

Nathalie Groot, coördinator

‘Verbinding’, het woord dat misschien wel het best past bij mij

We zien haar vooral vrolijk en vriendelijk in Hospice Egmond, ze oogt er als een vis in het water. Ook midden in een drukke dag, lijkt ze moeiteloos te kunnen schakelen tussen gasten, families, vrijwilligers, verpleegkundigen, de administratieve besognes en thuis. Officieel is ze 2 dagen per week in het hospice, maar het lijkt er op dat daar nogal eens een extra uurtje aan vastgeplakt wordt. 

Nathalie Groot is één van de twee coördinatoren van het hospice. ‘Het werk sluit naadloos aan bij wat ik wil en wat ik kan: de schakel zijn tussen al die verschillende rollen en belangen bij ons in huis. En dat dan altijd respectvol, eerlijk en empathisch doen. Verbindend werken, dat kan ik hier heel erg in kwijt. Het is intensief, maar ook heel erg leuk en fijn om te doen. Mijn 13 jaar ervaring in het Familiehuis Alkmaar komt me nu heel goed van pas. Al die stress van gasten en families moet ingebed worden in zorg, rust, aandacht en liefde. En het is fantastisch dat we dat nu doen met zowel professionals aan de medische en verpleegkundige kant en vrijwilligers voor alle andere taken. We zijn allemaal heel betrokken bij wat we zo gezamenlijk bieden. Het maakt me trots en dankbaar.’ 

Karin Bruins, kookvrijwilliger:

‘Elke maandag: een gewoon en goed Hollands potje koken’

Al bij de eerste publiciteit over de concreet geworden plannen voor een hospice in Egmond aan Zee, stroomden de ideeën en plannen voor concrete hulp binnen. Drie enthousiaste vrouwen uit Egmond aan den Hoef organiseerden zo een ’High Wine’ in de historische Slotkapel aldaar. Het werd een groot succes en de opbrengst ging naar Hospice Egmond, toen nog ‘in oprichting’.

Eén van die drie vrouwen is Karin Bruins, naast haar fulltime werk als arbeidskundige, ook bestuurslid  Stichting Dorpshuis De Hanswijk, en iemand die thuis graag achter het fornuis staat, maar ook elke week een keer kookt in het hospice.

‘Ach, het is een relatief kleine moeite’ zegt ze zelf. ‘Ik kook graag en ik zorg gewoon elke maandagavond voor een gewone, gezonde ‘Hollandse pot’. ‘We hebben een stuk of zes kookvrijwilligers; sommigen hebben vroeger beroepshalve gekookt, voor anderen is het gewoon een hobby. Hoe fijn is het niet als je daar op die manier kunt zijn voor de gasten in het hospice? Ons belangrijkste ingrediënt is misschien wel de liefde en aandacht waarmee je kookt.’

Saskia Cohen, vrijwilligster

‘Verantwoordelijkheden voel ik enorm’

Saskia Cohen is één van de drie vrijwilligers met een extra mandaat: zij zijn aangesteld als vervangend coördinator, en daarmee verantwoordelijk voor alle taken die bij de coördinatorfunctie horen: leidinggeven, knopen doorhakken, vooruitdenken, intakegesprekken voeren, achterwacht zijn, uitgeleides doen, veiligheid bewaken, klankbord zijn voor gasten, naasten en voor de vrijwilligers. 

Natuurlijk, zij doen dat alleen bij afwezigheid van een coördinator, maar ze zijn altijd stand-bye, gaan met de telefoon naar bed, komen midden in de nacht opdraven als het nodig is. Hoe dat is? Saskia (68) zegt daarover: ‘Mariska, Eline en ik zijn ervoor gevraagd, en dat voelde als een compliment. Maar het is ook wel een zeer aanwezige verantwoordelijkheid. Die voel ik enorm, je staat altijd ‘aan’. ‘We draaien alle drie ook gewoon onze wekelijkse vrijwilligersdiensten, maar je denkt ook altijd vanuit dat vervangend coördinatorschap verder mee. Het is geen baan, je wordt er niet voor betaald, maar we staan altijd klaar, voor het geval dat …’ Tegelijkertijd is het mooi te beseffen wat we met al die andere vrijwilligers voor elkaar boksen. We draaien een bijzonder huis en er is nog veel te doen. Ik regel nu samen met Loes het boodschappen doen op een andere manier, op zoek naar een steeds betere systematiek. En we moeten oppassen dat we niet te veel hooi op onze vork nemen, in ieder geval niet tegelijk.’

Deborah Coltof, vrijwilligster

‘Helpen het taboe rond de dood te verbreken’

Deborah Coltof (40) uit Bergen is één van de jongere vrijwilligers in het hospice. Ze wil graag naast haar beroep als stewardess meer gaan doen in de stervensbegeleiding en rouwverwerking. Gefascineerd door het raadsel van het sterven, gaat haar aandacht juist uit naar de bijzondere waarde van de laatste levensfase. ‘Het sterven is voor ons allemaal de enige zekerheid in het leven, niemand kan je vertellen hoe de weg ernaartoe is en wat er daarna volgt. Het brengt voor veel mensen angst en onzekerheid met zich mee. Er is nog te veel taboe rond de dood.

In een hospice komt dat allemaal nog nadrukkelijker aan de orde, dan in mijn gewone dagelijkse leven, met een partner die ook vliegt en met drie opgroeiende kinderen. Toen ik ooit begon met een bijbaan in een verpleeghuis ontdekte ik hoe de combi van zorgen en de medische kant me veel voldoening gaf. Nu, zoveel jaren later, wil ik die combinatie opnieuw realiseren. Luchtvaart en hospice met daarbij straks een opleiding stervensbegeleiding en rouwverwerking. 

Als vrijwilliger houd ik het meest van de avonddienst. De avond heeft iets sereens, de sfeer vaak rustig, de gesprekken soms net even anders. Het helpen met de avondrituelen vind ik heel fijn om te doen.  Mij past het hospice als een mooie, oude jas’

Henriette Dekker, vrijwilligster

‘Ik wil graag zorgen, zo simpel is het ‘

Henriette Dekker (56) uit Alkmaar meldde zich in het najaar van 2022 bij de coördinatoren. Ze had een lastig leven met veel verdriet en ellende achter de rug, maar had haar rug gerecht en wilde haar tijd nu vooral besteden aan iets waar ze goed aan is: ‘zorgen, aandacht geven en rust brengen.’

Haar tweepersoons huishouden met een 17-jarige zoon gaf haar de ruimte om dat zorgen ook elders te gaan doen. Ze is met open armen ontvangen en draait nu gemiddeld twee keer per week een dienst mee. ‘Ik heb geen voorkeur voor een bepaalde dienst, elk tijdstip heeft z’n eigen charme’ zegt ze, ‘maar het gaat mij om de mensen. Ze moeten voelen dat wij er voor hen zijn, dat ze altijd hulp of zorg kunnen krijgen als dat nodig is. Gewoon een spelletje spelen om de dag te breken of op tijd voor ene lekker kopje koffie of thee zorgen, een praatje maken of alleen maar luisteren.’

Henriette voelt zich thuis in Egmond, ze kwam er vroeger altijd al vaak. ‘Ik  kon en kan ook best gewoon genieten van het wandelen in de duinen en het zonnen op het strand, maar nu dóe ik iets in Egmond, dat is extra fijn’.

Sophie Dorsman, vrijwilliger

‘Connectie krijgen met het dorp’

Ze is opgeleid tot pedagoog, vond een baan in het welzijnswerk, werkte zowel met en binnen organisaties, zowel met professionals als met vrijwilligers. Sophie: ‘Daarna kwam ik in het onderwijs terecht, eerst in de tak van het onderwijs aan volwassenen, daarna in het MBO. Mooi werk, maar ik realiseerde me steeds meer dat ik al meer dan twintigjaar in Egmond aan Zee woonde, en toch weinig connectie had met het dorp en de dorpsgemeenschappen van de Egmonden. Daarom ben ik na mijn pensionering gaan werken als vrijwilliger bij ‘Post aan Zee’. En toen het hospice ging starten was ik vooral nieuwsgierig hoe dat gaat: werken in een proces van omgaan met de dood, wat het met jezelf doet, wat je kan betekenen. Dus ik heb me daar gemeld, en ik draai nu gewoon mee, 1 of 2 keer per week. Voel me nu echt verbonden met Egmond, dat is wel gelukt met het vrijwilligerswerk.

Wensen voor veranderingen heb ik niet; ik vind het wel lekker daar niet over na te denken, ik doe gewoon met alles mee, het liefst in de vroege dienst van 7 tot 11. Ik heb wel geopperd een zanggroepje binnen het hospice te vormen. Dat is leuk ontvangen, we zijn gestart!’

Tinka Duineveld, vrijwilliger

‘Het zorgelijke draaglijker maken’

Tinka Duineveld-Beentjes (55) verdeelt haar tijd opgewekt in vier delen: één is voor het gezin, twee is voor haar baan (ze werkt al 14 jaar 16 uur per week bij Sanquin Bloedvoorziening), drie is voor haar schreden op het pad van de afscheidsfotografie en het vierde deel is voor haar vrijwilligerswerk in Hospice Egmond. Ze is er één van de vele gastvrouwen die voldoening haalt uit het bijzondere werk. ‘Het zorglijke (‘wat staat me te wachten rond het sterven’) draaglijker maken door er te zijn, de signalen op te pikken, het is eigenlijk nog mooier dan ik tevoren had gedacht.’ Tinka begon ooit als kraamverzorgster, werd vervolgens medisch secretaresse en heeft toen de kinderen groter werden ook nog een fotografie-opleiding gedaan. Ze vindt het mooi om troost te kunnen bieden met een respectvolle reportage van een uitvaart. ‘Het is hier in Noord-Holland nog wat minder gebruikelijk dan in het zuiden van het land, maar ik verwacht wel dat de belangstelling groeit’, aldus Tinka (die desgevraagd ook af en toe voor het hospice fotografeert).

Dolf Fokkinga, vrijwilliger

‘Ik hou van de gewone dingen’

Vrolijk en geruststellend bezig, dat is Dolf Fokkinga, één van een tiental manlijke vrijwilligers in het hospice. Met grote vanzelfsprekendheid pakt hij aan wat zijn hand te doen vindt in het hospice. ‘Een wasje draaien, de stofzuiger zijn werk laten doen, een rondje wc’s schoonmaken, een kopje koffie zetten of even de dingen van de dag met de gasten doornemen: allemaal ‘gewone’ dingen’. Aan het woord is Dolf Fokkinga uit Egmond aan den Hoef.

Hij is elke week wel een keer ’s avonds tussen zeven en elf ‘op dienst’. ‘Een fijne tijd’ zegt hij zelf, ‘het is ’s avonds vaak rustig in huis, je hebt tijd genoeg voor wat huishoudelijke taken, maar er is ook voldoende tijd om een praatje met verschillende gasten te maken. Vaak gewoon over koetjes en kalfjes, maar soms ook wat diepzinniger, en dat is allemaal fijn; je merkt vanzelf waar mensen behoefte aan hebben.’

‘Ik ben het ook heel erg gaan waarderen dat je de tijd, de ruimte en de begeleiding krijgt om te helpen ‘aan bed’, hele fysieke hulp bij het naar bed brengen van mensen of bij het wassen en verschonen van onze gasten. Ook dat is ‘gewoon’ gaan worden en de samenwerking met de verpleegkundigen is plezierig en collegiaal: ze geven ons ruimte en steun. Onze gasten zien en voelen dat, ze voelen zich hier al heel snel op hun gemak. Het hospice bewijst nut en noodzaak dagelijks. Zo mooi dat dit klein en huiselijk kan gebeuren in onze eigen woonomgeving.’

Carla de Graaf, vrijwilliger

Dubbele uitdaging voor Carla de Graaf

Blij en trots is ze, Carla de Graaf – van der Weiden (70) dat het haar gelukt is om een interne nieuwsbrief binnen het hospice te realiseren. En dat ie zo móói is geworden! Daarvoor zwaait ze de lof trouwens onmiddellijk door naar Saskia Groot en Mark Broersen, die als professionals binnen de werkgroep PR, een belangrijke rol spelen. Toen Carla met haar wens voor zoiets bij de coördinatoren aanklopte vond ze gehoor, maar dat er nu inmiddels al de zoveelste maal een Zeedistel Express’ is verschenen’, stemt haar tevreden.

Carla had al eerder met dat bijltje gehakt, want in haar loopbaan als verzorgende IG (individuele gezondheidszorg), teamleider en zorgcoördinator bij o.a Zorgcentrum Agnes en de Prins Hendrikstichting (afdeling Karveel) maakte ze ook al zo’n verbindend blad voor de medewerkers. Collegialiteit en verbinding zijn haar centrale woorden. Ze is blij dat ze, gemiddeld twee maal per week, van betekenis kan zijn voor de gasten in het hospice. Het maakt haar tot een gelukkig mens, de combinatie van een thuisfront met man, twee hondjes en een poes en het hospice met goede zorg én een eigen nieuwsbrief voor vrijwilligers en verpleegkundigen van Hospice Egmond!

Johan de Groot , vrijwilliger

‘Een dienende functie, dat ligt me goed’

Johan de Groot (68) is een ‘Derper’, geboren en getogen in de Vissersstraat in Egmond Zee. Na zijn middelbare school koos hij voor de civiele kant binnen de koopvaardij en werd steward, eerst bij NedLloyd, later bij de KNSM. Hij zag veel van de wereld, vooral van het westelijk halfrond. Toen hij eenmaal viel voor die kleine, pittige Ineke, lokte de wal. Hij maakte de overstap naar de horeca. Maar…‘Ik wilde kinderen zien opgroeien, dus nog weer later werd ik winkelmanager bij Gall & Gall, zodat ik ‘s avonds thuis kon zijn. Natuurlijk moest ik mijn slijtersvakdiploma halen, en daarna heb ik met veel genoegen ook de opleiding tot vinoloog bij de wijnacademie gedaan. Ik had altijd al belangstelling voor de wijncultuur en voor de mooie combinaties van eten en drinken; dat werd met de ‘nieuwe’ wijngebieden uit Australië en Amerika nóg interessanter.’

‘Na mijn pensionering wilde we twee dingen doen: 1) met een klein campertje zomers lange zwerftochten maken naar de vakantieplekken van vroeger en 2) ons nog nuttig maken in de maatschappij. Het campertje is er vier jaar geleden gekomen, Hospice Egmond werd onze andere ‘bestemming’. We hebben altijd interesse in andere mensen gehad, en ja, ik heb altijd een soort dienende functie gehad, dat ligt me goed. Voor het hospice zijn we 9 maanden per jaar beschikbaar, voor de zwerftochten met onze bus trekken we zo’n 12 weken uit. We houden allebei van wandelen, fietsen en lezen, verveling kennen we niet.’

Ineke de Groot-Tielman, vrijwilligster

‘Nuttig, mooi en dankbaar werk’

Ze zijn er niet meer, al die kindertehuizen van weleer. Maar Egmond aan Zee heeft er een legertje ervaren kinder- en jeugdverzorgsters aan overgehouden. En die jonge, hardwerkende meiden van toen zijn inmiddels actieve senioren van nu. Type: hand uit de mouwen stekende vrouwen! En zo iemand is Ineke de Groot (68), vrijwilligster bij Hospice Egmond.

Ze is er één van het eerste uur. De inkt van de allereerste folder die het bestuur van de Stichting Zeedistel, Hospice Egmond in 2019 maakte was nog maar nauwelijks droog, of Ineke en haar man Johan meldden zich aan. Het gebouw stond er nog niet; het terrein aan de Sportlaan was nog een zandvlakte, afgezet met hekken en voorzien van een twee grote doeken: ‘Hier komt Hospice Egmond’ en ‘Vrijwilligers en donateurs gevraagd’.

Ineke: ‘Johan ging met pensioen, onze twee jongens waren volwassen en uitgevlogen, wij wilden ons graag nuttig maken en dit leek ons mooi en dankbaar werk. En dat blijkt het ook te zijn. De een draait op de dinsdag een dienst, de ander op donderdag, zodat we ook altijd tijd en ruimte kunnen vrijmaken voor het oppassen op onze twee kleinkinderen. Ik kom graag in het hospice, het is een fijne, huiselijke plek, en hoe blij kunnen we de families van de gasten maken nu wij een belangrijk deel van hun zorgen kunnen verlichten!’

Ineke Hartland

‘Laat mij maar lekker soppen’

Alle vrijwilligers die in Hospice Egmond aan de slag gaan, krijgen eerst een tweedaagse algemene basistraining over de essentie van het werken in een hospice. ‘Er zijn voor een ander’ zo vat men de kern van het ondersteunende werk van vrijwilligers samen. En dan volgen er mooie theorieën en afwisselende spelvormen. Maar een belangrijk deel van het dagelijkse werk omvat ook de gewone dagelijkse huishoudelijke taken. En waar de een graag filosofeert over de mate waarin je de kans en gelegenheid om met de gasten in huis over ‘Het Leven’ of ‘Het Sterven’ te praten, wil de ander juist veel praktischer aan de slag gaan.

Zo iemand is Ineke Hartland-Pronk. ‘Laat mij maar soppen en boenen’ riep ze vanaf de eerste kennismakingsbijeenkomst luid. ‘Prima, die moeten wij ook hebben’ zeiden de coördinatoren. Zo is er inmiddels een echte ‘sopploeg’ gevormd, van vrijwilligers die er bijvoorbeeld voor zorgen dat er na een sterfgeval, een hele kamer van boven tot onder en van links tot rechts onder handen wordt genomen, zodat een volgende gast in een spiksplinter ‘nieuwe’ kamer  kan worden ontvangen.

Inmiddels is Ineke van alle markten thuis. Ze draait haar hand niet meer om voor een vroege of late dienst in haar eentje. 

 ‘Er is altijd een verpleegkundige in huis en er is altijd een coördinator te bereiken’. Laatste zei iemand: ‘Jij bent een echte routinier’, zo zag ik dat zelf eigenlijk niet. ‘Maar inderdaad: je krijgt mij niet gek. ’s Morgens maak je voor iemand een boterhammetje of een bordje Brinta. ’s Avonds schenk je een kopje thee of een borreltje in. We zorgen voor rust en regelmaat. We worden gewaardeerd, het is fijn om je nuttig te maken.’

Roos Kaandorp, vrijwilligster

‘De zorg in Nederland is ziek’

Roos Kaandorp (63) was verpleegkundige, maar stapte er uit frustratie en teleurstelling uit rondom de corona-periode. Nu komt ze vrolijk en tevreden tot haar recht in ons hospice. ‘Ieder mens verdient liefdevolle zorg en aandacht’ zegt ze. ‘In de verpleging maakte ik bezuinigingsgolf op bezuinigingsgolf mee. In de coronaperiode moesten mensen afscheid van het leven nemen zonder hun naasten om hen heen. Ik vond het verschrikkelijk; de zorg zelf is ziek geworden, door al die bezuinigingen. Ik kon het niet langer aanzien. Zodra de plannen voor het hospice in Egmond bekend werden, heb ik me gemeld. In de beschreven setting van een klein en huiselijk hospice wilde ik graag mijn eigen zorgbehoefte tot zijn recht laten komen. En dat is dubbel en dwars gelukt. Het vrijwilligerswerk in het hospice sluit voor de volle honderd procent aan bij mijn wensen.’

Ze roemt de sfeer, de gezelligheid, de aandacht en de samenwerking met de professionals. Ze mist de beroepsverpleging niet meer: ‘Ik vind het best heerlijk wat achterover te hangen met het fijne team verpleegkundigen dat er nu is.’ 

Ze draait elke dienst met veel plezier mee, geeft graag aandacht aan de gasten en hun naasten, het gastvrouw zijn in het hospice past haar als een maatpak.

Wel een puntje van zorg: ‘Zelf kom ik altijd met de fiets, maar voor onze bezoekers is het ontbreken van parkeerplekken vlakbij wel een groot gemis.’

Yvonne Kaandorp, vrijwilligster

‘Ik heb nog wel wat aan liefde te geven’

‘We willen allemaal iets voor een ander betekenen, toch?’ Yvonne Kaandorp, 41 jaar, moeder van twee meisjes van 9 en 11 jaar, schoonheidsspecialiste in Heiloo, vindt het een vanzelfsprekende zaak. ‘Ik heb die houding en mening van huis uit meegekregen. Je leeft niet alleen voor jezelf; geluk vindt een mens door zingeving, door iets voor anderen te betekenen. Dat doe ik in mijn gezin, in mijn werk en ook in het vrijwilligerswerk in het hospice in Egmond aan Zee.’

Een druk leven, maar goed te doen, maar goed te doen. Ik ben in het hospice vier uur per week. Dat is in te plannen. Een paar uur spenderen, moet je zien wat dat oplevert! Volgens mij zou iedereen zoiets wel in zijn schema kunnen inpassen. Ik hoop andere jonge vrouwen en mannen te inspireren dat ook te doen. Het is fijn voor je zelf om iets belangeloos te kunnen doen.’

Er zijn al veel mensen die dit soort werk na hun pensioen oppakken. Prima natuurlijk. Maar waarom wachten tot later?

Toen ik gevraagd werd, realiseerde ik me dat ik nog wel wat liefde en zorg te geven had. Ik gebruik die uren in het hospice voor een belangrijk deel aan het geven van massages. Dat ben ik in de salon natuurlijk al gewend. Een stukje aanraking, mensen in hun kracht stellen, ik voel me daarbij heel erg op mijn plek. Het is ronduit mooi om het te mogen en te kunnen doen.’ 

Loes de Leeuw-Eijk, kookvrijwilligster

‘Als kookvrijwilliger kan ik iets met mijn passie voor koken doen’

Loes de Leeuw-Eijk (71)is ook één van de vrijwilligers van het eerste uur. Ze hoorde voor het eerst van de mogelijkheid om in het hospice een speciale kookvrijwilliger te worden. Er was ooit een particulier initiatief om met een ‘high-wine’ in de Slotkapel geld in te zamelen voor een toekomstig hospice. Daar schreef ik me onmiddellijk – samen met vrienden – voor in. Het was een fantastisch gebeuren en daar heb ik me gelijk gemeld als kookvrijwilliger.  Gasten waren er toen nog niet natuurlijk, het hospice moest nog gebouwd worden. Maar toen het er eenmaal stond, waren er nog wel een paar mensen die wilden gaan koken. Ik herinner me nog dat Ab de Lang en ik samen hadden bedacht wat er in ieder geval in huis moest zijn, en toen hebben we ook samen de eerste boodschappen gedaan.

Inmiddels kookt Loes elke zaterdag. Met plezier, en steeds iets anders. Het hangt van de gasten af. Natuurlijk kook je graag een lievelingskostje. Maar voor veel mensen is het moeilijk om tevoren te bedenken waar ze de volgende dag trek in zouden hebben. Ik stel dus vaak een gesloten vraag: zin in een gestoofd visje? Met een lekkere aardappelpuree? Dat helpt. 

Het hospice heeft momenteel vier vaste kookvrijwilligers, anderen springen af en toe bij. Loes zou het wel fijn vinden er nog een paar enthousiaste kokers bij te krijgen. Wie biedt?

Til Marsé, vrijwilligster

‘Iets nuttigs blijven doen’

Til Marsé is er altijd minstens twee keer per week, en dat doet ze al vanaf de start van het hospice. ‘Ik had tevoren niet zo’n beeld van, wat me daar te doen stond. Maar ik vond en vind alles prima. Ik wilde vooral iets nuttigs blijven doen, na jarenlang betaald werk in een drogisterij wenkte nu het vrijwilligerswerk, dat stond wel vast. Het hospice kwam op haar pad, en ze is er nu een vrij constante factor. Er zijn huishoudelijke taken, maar ik maak ook graag een rondje langs de gasten, even een praatje maken, eventueel een spelletje doen, aanspreekbaar zijn voor wie dat nodig heeft. Het bevalt me goed.’

Op de vraag of ze nog iets zou willen veranderen in het hospice, haalt ze de schouders op: ‘Daar heb ik geen kijk op hoor’. Maar dan toch: ‘Als ik één ding moet noemen, dan is het toch de neiging die we met elkaar hebben om te veel etenswaar weg te gooien. Er wordt vaak te ruim, te veel gekookt, terwijl onze gasten meestal kleine eters zijn. Zijn we daar met elkaar te makkelijk in? Het stuit mij in ieder geval wel tegen de borst.’

Haar stem verandert alweer, want ze vindt het ook té leuk om te melden dat er weer wat nieuws is gestart: ze gaat meezingen in een nieuwe, kleine hospice-zanggroep!

Karin Molenaar, vrijwilligster

‘Je hoort iets bij te dragen aan de samenleving’

Karin Molenaar (54) uit Limmen is kinderverpleegkundige en heeft ‘best wel’ een zware baan met veel verantwoordelijkheden. Ze werkt met en voor kinderen tussen de 0 en 18 jaar met geheel verschillende aandoeningen of voorbereidend of herstellend van ingrijpende operaties. 

De constante druk op de verpleegkundigen is ook in het kinderziekenhuis nooit weg. In aanvulling op dat werk koos ze er voor ook vrijwilliger te worden in ons hospice. ‘Ik kan en mag als vrijwilliger oprecht tijd en aandacht geven aan de gasten. Dat is een verademing en het is ook heel mooi om de verhalen van onze gasten te horen. Er is tijd en ruimte voor mooie gesprekken; ze verrijken ons. Ik krijg energie van mijn wekelijkse dienst van vier uurtjes.’

‘Sowieso hoor je iets bij te dragen aan de samenleving’ zegt Karin, ‘de een maakt schoon in een voetbalkantine, ik doe iets anders. Het is heerlijk om niet de verantwoordelijkheid te hebben, en alleen maar te mogen zorgen dat gasten het zo goed mogelijk hebben. Soms ga je gezellig met iemand een klein eindje wandelen, maar je bent er natuurlijk ook voor de was, de strijk en de poets. En ook bijzonder: je bent onderdeel van een heel gemêleerd gezelschap, hoe mooi is dat?’

Ranisha Pahladsingh, verpleegkundige

‘Geniet van elke dag’

Verpleegkundige Ranisha Pahladsingh (31) uit is één van de zeven vaste EVEAN- verpleegkundigen in het hospice. Ze draait mee vanaf de start van het team en voelt zich er helemaal thuis. ‘Het is echt een warm en gezellig ‘bijna-thuis-huis’, waar huiselijkheid, veiligheid en samenwerking centraal staan. Maar het is ook de plek van afscheid nemen, want onze bewoners zijn aan het laatste stukje van hun leven bezig. Met elkaar maken we daar een zo mooi mogelijke periode van. Als verpleegkundige sta je in de palliatieve zorg heel dichtbij de mensen, je hebt snel een intieme band. Je moet dus ook weer kunnen loslaten; je moet ertegen kunnen dat het zo gaat.’

‘Het verschil met de meer jachtige praktijk in de thuiszorg is groot. Je maakt daar met je patiënten vaak een langer traject van ziek zijn en operatieve ingrepen door. Hier gaat het om fysieke verzorging, pijnbestrijding, welbevinden. Zelf leer ik elke dag weer iets over comfortabel leven en afscheid nemen, zowel van mijn collega’s, als van gasten en vrijwilligers, die leergierig zijn en graag willen helpen. De sfeer is er een van samenwerking en rust. En mijn motto is, zowel voor mezelf als voor anderen: ‘Geniet van elke dag’. Niemand weet hoeveel ‘later’ er nog komt.’

Judith Pronk, vrijwilligster

‘Er is zoveel meer dan ‘harde wetenschap’

Judith Pronk (52) uit Egmond aan den Hoef was in haar werk heel lang bezig met de zakelijke en nuchtere kant van het leven. Zo werkte ze veertien jaar lang bij het Openbaar Ministerie, o.m. als adviseur bedrijfsvoering kwaliteits- en procesmanagement.  Maar privé had ze ook heel andere interesses en kwaliteiten. Ze was iemand van het gevoel, sfeer en intuïtie en had al van jongs af aan belangstelling voor spiritualiteit. Ze verdiepte zich in energetische behandelingen, magnetiseren en reiki en bleek daar ook anderen mee te kunnen helpen. Inmiddels volgt ze in Haarlem een Hbo-opleiding ‘Energetische heelkunde’ en samen met haar man runt ze nu de verhuur van vier vakantieappartementen in Egmond aan Zee. Samen hebben ze drie kinderen, dus de agenda lijkt goed gevuld. Toch vindt ze ook nog tijd voor sporten en voor het schilderen van portretten en de natuur. Bovendien wilde ze ook graag iets wezenlijks doen voor anderen en zo kwam ze terecht bij het hospice. ‘Ik heb nu eenmaal veel energie’ zegt ze opgewekt. Te koop lopen met haar helende krachten doet ze niet. Het is moeilijk te duiden, maar ik help vanuit mijn hart, en alleen desgevraagd. ‘Als een klacht zo oplosbaar is, dan doe ik mijn best. In het hospice ben ik een gewone vrijwilliger met dezelfde taken als alle anderen. Er zijn voor de gasten en de huishoudelijke taken gewoon doen.

Ze hoopt wel dat er ook in het hospice nog meer aandacht komt voor de ‘zachte’ kanten van de heelkunde. ‘Er is zoveel meer dan de harde wetenschap aanreikt’ zegt ze. 

Herman, Leo en Ruud, tuinmannen

Onze tuinmannen

Ons Hospice heeft een bescheiden buitenruimte die mooi aansluit op de duinen erachter. De aanplant van helm en duindoorn is een logische welkomstgroet voor wie langs ons pand Egmond aan Zee inrijdt. Voor het grote raam van de huiskamer is een mooie plek voor bloeiende planten gemaakt. Drie tuinvrijwilligers zorgen met elkaar dat het geheel er in elk seizoen weer fijn uitziet. Als de voorjaarsbloemen het gehad hebben, komen er weer kleurige zomerbloeiers te staan. Herman Rotteveel sr. zorgt vooral voor de compositie, aanplant en irrigatie, zijn collega’s Leo en Ruud doen veel aan het onderhoud en het zand-, naald- en bladvrij houden van de paden, trap en entree. Kortom: iedereen blij met altijd een goed verzorgde entree!

Lisette Rubens, vrijwilligster

‘Aandacht is het sleutelwoord’

Bij de opening van Hospice Egmond in februari 2021 stonden er al bijna zestig vrijwilligers klaar om te helpen er een goed, warm, klein en huiselijk ‘bijna-thuis-huis’ van te maken. Er kwamen er steeds bij, en natuurlijk vielen er ook steeds weer mensen af, het is een min of meer natuurlijk verschijnsel. Eén van de mensen die relatief kort vrijwilliger zijn is Lisette Rubens (68) uit Oudorp/Alkmaar. Ze doet het nu vier maanden, maar is er wel zo’n 2 maal per week. 

Ik was er al een tijdje over aan het nadenken, en de ervaring met het omgaan met de dood in de directe omgeving leidde tot de eerste stappen: een gesprek met een verpleegkundige en een oriënterend gesprek met de coördinatoren. ‘Alles viel toen op z’n plek’. Ze begon en concludeert nu: ‘Het geeft me veel voldoening. Je ontlast de naast betrokkenen van onze gasten. Ze kunnen weer ‘kind’ of juist ‘ouder’ zijn. We zien of ervaren van (sommige) gasten en hun familie dankbaarheid en dat maakt me blij. En de samenwerking met verpleegkundigen helpt me goed meer inzicht te krijgen in behoeftes en processen van mensen in een terminale fase. Ik vind het fijn zorgend en probleemoplossend bezig te zijn. En…humor mag ook niet ontbreken in een hospice!’

Eline Schong

‘De dood is me vertrouwder geworden’

Eline Schong (55) uit Heiloo is één van de drie vervangend-coördinatoren in Hospice Egmond. Ze draait vanaf de start van het hospice mee als vrijwilliger en het werk bevalt haar goed. ‘Ik vond het tevoren wel spannender dan het in de praktijk bleek te zijn. De dood stond ver van me af, maar is nu veel vertrouwder geworden. Ik heb nu gezien en ervaren dat de dood ook op een mooie en rustige manier kan komen’.
Die ervaring en wetenschap dragen vrijwilligers in houding en gedrag onwillekeurig over op gasten en naasten, vindt ook Eline. En verder? ‘Ik doe als ik dienst heb, alles wat zich voor doet, maar de poets is voor mij niet het leukste stukje; het hoort er gewoon bij. Van nature ben ik een regelaar en doener, hou van het contact met de andere vrijwilligers, vind het fijn Els en Nathalie te ontlasten.
Komt haar oude opleiding en vak (stewardess) nog van pas? ‘Da’s lang geleden, maar ja, ik hou ervan te zorgen dat alles van een leien dakje gaat.’

Bea Wijker-Broer, vrijwilligster

‘Te mooi om niet te doen’

Ze heeft twee passies, en het idee die te kunnen combineren, staat haar aan: haar zorgzaamheid en haar muzikaliteit blijken allebei een bijdrage te kunnen leveren aan het reilen en zeilen van ons hospice. Bea Wijker (67) is er al vanaf het allereerste begin actief als vrijwilliger.

Over de zorgzaamheid zegt ze zelf: ‘Het is fijn om iets voor een ander te kunnen doen. Ik vind het vrijwilligerswerk in het hospice in één woord geweldig. Ik zeg altijd: ‘het is te mooi om het niet te doen’. Haar voorkeur ging uit naar de regelmaat van één dag per week een vast tijdstip, en dat werd een vroege ochtenddienst, elke vrijdag van 07.00 tot 11.00 uur. ‘Het pas gewoon het beste in mijn planning met alle andere dingen die ik doe.’

Zo komen we uit bij de muziek. Bea zingt in het Egmondse shantykoor De Zâalnêelden, maar speelt ook dwarsfluit, hobo en mandoline. Ze heeft een eerste mini-optreden in de huiskamer van Hospice Egmond achter de rug. Met de dwarsfluit, tien minuutjes. Ze wacht maar eens af wat daar uit voorkomt. Maar ze heeft zich ook gemeld bij Sophie, die een ‘bedsingerskoortje’ gaat starten. ‘We zijn nu met zes mensen, dat is mooi genoeg voor rondom een bed; ik ben heel benieuwd hoe dat gaat lopen.’

Saskia Zwaan, vrijwilligster

‘Je mag er voor iemand zijn in een kwetsbare fase’

Ze ziet het als een voorrecht: ‘Je krijgt de kans om er voor iemand te zijn, tijdens een op één na laatste reis. De allerlaatste reis maken ze alleen, maar hier en nu kunnen we helpen om voor ze te zorgen, die mensen in deze kwetsbare levensfase.’ Saskia Zwaan doet elke week één dienst, meer past nu niet in haar agenda, want ze mantelzorgt ook nog een dag per week bij een tante in Drenthe. ‘Er is verder geen familie, en waar je aan begint, dat maak je af’.

Saskia meldde zich als vrijwilliger toen twee maanden na elkaar haar twee oude honden overleden. ‘Ooit komt er vast nog wel eens een nieuwe hond, maar voorlopig niet. Nu kwam er tijd voor iets anders. Em omdat ik 12 jaar geleden, bij het overlijden van mijn man, in contact kwam met iemand die elders ervaring had in het hospice, zat het al in mijn hoofd: ‘dat is belangrijk en mooi werk om te doen.’

En of het zo is? Ze klinkt beslist: ‘Het is van belang. Je mág het doen. Het is mooi, als je van mensen houdt. En dat doe ik.’

Jessica Zwart-Neeter, secretaris Stichting Zeedistel

‘Een droom werd werkelijkheid’

Ze is er inmiddels aan gewend dat het er staat en dat het functioneert, bijna altijd met vier bezette bedden: háár hospice aan de Sportlaan van Egmond aan Zee. Het is nog mooier geworden dan ze ooit had gedacht. 

Meer nog dan het gebouw zelf, ontroert haar de gedachte aan al die mensen die haar gesteund en geholpen hebben. Vrijwilligers die kwamen timmeren, schuren, stuken, schilderen, tegelen, leidingen leggen, inrichten; ze denkt er dankbaar aan terug. Ze zal altijd ‘de initiatiefneemster’ blijven, maar verder wordt haar ritme bepaald door haar werk bij Evean en door haar vrijwilligerswerk als secretaris van het bestuur van de Stichting Zeedistel, de organisatie achter het hospice. Dat laatste brengt haar vaak in het hospice. Ze staat de coördinatoren Els en Nathalie desgevraagd met raad en daad bij, maar verder houdt ze wat afstand van dit gastvrije, kleinschalige, huiselijke hospice, waar gasten én hun naasten ‘ontzorgd’ worden, en alle energie uit kan gaan naar kwaliteit van leven op het laatste traject voor de dood. ‘Dat onze gasten met dankbaarheid reageren op hun verblijf bij ons, is een groot cadeau. Een droom werd werkelijkheid’, zegt ze met een brede glimlach.

Johan de Groot en Henriette Dekker, vrijwilligers tijdens de overdracht

Zorgvuldige overdracht

Bij elke wisseling van de wacht tussen de vrijwilligersdiensten is er even een rustig moment voor een zorgvuldige overdracht tussen de vrijwilligers. Er worden logboeken bijgehouden van belangrijke gebeurtenissen of wijzigingen; iedereen begint zijn of haar dienst dus met het lezen van die  beknopte schriftelijke informatie. Maar vervolgens is er ook een mondelinge toelichting. Vaak is dat in de sfeer van: ‘Onze gast van kamer 2 was wat onrustig, hou je een extra oogje in het zeil?’ of  ‘Mijnheer van kamer 4 had vannacht opeens trek in een gekookt eitje, dat gemaakt dus, en daarna nog een poos nagepraat over zijn laatste jaren op de boerderij. Misschien heeft hij nu wat meer behoefte om langer uit te slapen’. Medische ontwikkelingen horen daar niet bij, dat hoort thuis bij  de verpleegkundigen. Zij beoordelen wat de vrijwilligers daar wel of niet over moeten horen.

Toeleven naar een waardig einde

Twee van onze gasten vonden het mooi om te poseren voor onze eigen camera. Zij gaven toestemming om de foto’s ook ná hun overlijden te gebruiken, en zo anderen te laten weten dat zij een goede tijd hebben gehad in Hospice Egmond. Ze hebben ervaren hoe de rust en de ruimte het hen makkelijker maakte om van hun laatste periode ook een goede te maken. Mevrouw E. van Oel: ‘Ik weet al mijn leven lang dat het eindigt met het sterven. Ik heb dat aanvaard en vind het fijn iedereen te kunnen laten weten dat ik de zorg en het respect die ik hier ontmoet heb, hooglijk gewaardeerd heb.’ Op de foto maakt verpleegkundige Ranisha een praatje met haar.

De andere vrolijke foto is gemaakt in de laatste weken van de heer R. Konijn. Hij  is hier in gesprek met verpleegkundige Hilde en met zijn vrouw. Zijn vrouw en ook hijzelf ervaarden de laatste weken als een mooie en waardevolle periode om bewust samen  de weg af te leggen naar een waardig einde van een mooi en vol leven.

H0sp1c3Vrijwilligers – fotoproject