17/05/2021 – Het is iets voor 08.30 uur als ik Hospice Egmond binnenloop. Het is stil, in de huiskamer brandt nog een klein lichtje, de nacht heeft plaats gemaakt voor het ochtendgloren. Wat zal deze dag brengen?
Patricia loopt ons kantoor binnen, al sinds 07.00 uur druk in de weer. Ze heeft samen met haar collega vrijwilliger meneer Stroe opgefrist. ‘Dat is toch fijn na een nacht die voor hem zo lang leek, hij zit nu heerlijk aan het ontbijt’. Ze vertelt hoe haar collega bij onze gast in kamer 3 is; hij klampt zich angstvallig vast aan het leven, loslaten valt niet mee. Je afvragen waar het leven je uiteindelijk brengt is voor ons allemaal een grote vraag. Onze aanwezigheid maakt dat hij zich minder alleen voelt. ‘Goh’, denk ik, ‘wat fijn dat hier tijd en aandacht voor is’.
Patricia vraagt of ik koffie wil. Ik loop met haar mee naar de keuken als de telefoon gaat. Een huisarts uit Egmond aan Zee vraagt of we plek hebben. Natuurlijk willen we graag plek maken voor de mensen uit Egmond, maar de drie grote kamers zijn al bezet. Dan maar de logeerkamer gebruiken? Voor deze gaste met al veel thuiszorg, met nu een snelle achteruitgang in haar ziekteproces, waar de zorg te veel wordt voor haar familie, is dit een fijne oplossing. Meer rust, minder spanning. Mijn ervaring leert dat ware nabijheid zonder teveel zorg zo welkom is in deze laatste levensfase. Ik overleg telefonisch met mijn collega Barbara of het praktisch haalbaar is, voor de vrijwilligers, qua corona en vooral voor de gaste zelf. Er is veel om aan te denken. Als ik ophang staat er een Café Latte voor mijn neus, die maakt niemand lekkerder dan Elize. Ze is al bij de groothandel geweest en duikt nu achter de computer voor de noodzakelijke paperassen.
Inmiddels bel ik een vrijwilliger of ze kan helpen kamer 4 klaar te maken voor een nieuwe ontvangst. Ze is er snel en ze heeft verse bloemen in de hand. Ze ziet wat ik denk en zegt lachend: ‘Ik kon het niet laten’ . Ik loop glimlachend de huiskamer binnen waar drie gasten heel gezellig samen met de vrijwilligers van dienst 2 lunchen aan een rijk gedekte tafel. De ochtend is voorbij, de thuiszorg is geweest, de huisartsen zijn gesproken, pijn valt weg, angst maakt plaats voor een veilig gevoel. Eitjes spetteren in de pan.
‘Goh, denk ik weer, ‘wat fijn dat dit allemaal kan’. Er staan verse bloemen in de logeerkamer; ik zie Elize met onze huismeester rondlopen terwijl ik opendoe voor de tuinvrijwilligers. Zij beginnen met een kop koffie op ons kantoor.
Later op de dag vraag ik de vrijwilligers van dienst 3 of ze extra handjes nodig hebben nu we een opname krijgen. ‘Geen probleem’. De kleinzoon van Dhr Stroe komt visjes bakken voor iedereen en de kookvrijwilliger zorgt voor de rest van de avondmaaltijd. Barbara schuift ook aan. Dan brengt de ambulance onze nieuwe gast. Nathalie en ik klimmen op het bed, de brancard ernaast en op tel 3 tillen we met het ambulancepersoneel mevrouw in bed. Een warme omgeving van alle gemakken voorzien met fijne, kundige mensen in huis. Na de intake van deze nieuwe gast en haar familie zie ik de nieuwkomers opgelucht ademhalen.
Tijd voor mij om naar huis te gaan. Het was een bedrijvige dag. Verwondering, hard werken, bereidheid, eerbied, goede communicatie, fijne samenwerking, verbinding, flexibiliteit, energie en grote gedrevenheid. Hoe mooi dat dit hospice er staat en zich vult met liefde voor de medemens.
NB: de namen van betrokkenen zijn ivm de privacy gefingeerd.
Els Rosenmöller,
Coördinator Hospice Egmond
Geef een reactie