Ard Schenk

Blog 35, 31 januari 2024

Niek kwam binnen met z’n eigen grote sta-op stoel. Die stoel is zijn leven. Dag en nacht zijn kameraad. Niek gaat nergens anders heen, want dan slaat de angst voor de verschrikkelijke benauwdheid toe. Van een bed wil hij niet horen. Vaak vergezellen we Niek en zijn kameraad, want deze stoere grote nieuwe gast houdt van een praatje.
Eten deed hij niet veel meer toen hij 23 december bij ons kwam. Het liefst was hij thuisgebleven, in zijn vertrouwde omgeving met alle liefde van zijn gezin om zich heen. Maar de zorg werd te zwaar thuis en dat kon hij begrijpen. 

Ik zie Niek als een topsporter. Zijn wereld is beperkt tot één vierkante meter in een kamer van 30 vierkante meter. Hij vertelt over zijn leven. ‘Ard Schenk’ zegt hij met blije ogen, ‘ik had een tweede Ard Schenk kunnen zijn. We hadden toen strenge winters in ’62 –’63. Ik kon schaatsen als de beste en vloog over de Jaap Edenbaan.’ Niek werd gekwalificeerd door zijn snelheid op de 1000 en 1500 meter en mocht gaan trainen in Heiloo. Zijn vader nam echter voor deze 16-jarige jongen een andere beslissing. ‘Dat zweten is niks waard’ zei zijn vader, ‘ga jij maar werken. Dat was een kans die Niek is misgelopen. Hij werd metselaar. 

Niek fietste de vele jaren erna in zijn vrije tijd: Luik-Bastenaken-Luik (260 km). De alternatieve Elfstedentocht op de Weissensee schaatste hij met gemak uit. Wielrennen, hard werken, een gezin onderhouden, vrijwilliger zijn bij de voetbal en ijsclub, niets was Niek te gek. ‘Die malligheid heb ik van mijn moeder’ vertelt hij. Die fietste in de oorlog op antiplofbanden van Grootebroek naar Warmenhuizen. 

Een keer was hij bijna dood, dat was zijn eigen schuld. Op de racefiets te snel over willen steken en geschept door een auto. Het frame van zijn fiets was op 5 plekken gebroken, Niek was nog heel.
Met de dood kreeg hij wel meer te maken, hij was vrijwillig doodgraver op het kerkhof in Warmenhuizen, vele soorten mensen kwamen zo voorbij. Jonge mensen, dat vond en  vindt hij het ergste. In zijn familie heeft hij ook zijn zwager geholpen in de strijd naar het einde. Dat viel hem niet mee. Wat hem straks wacht? ‘Dat zien we dan wel.’ Nu is hij bij ons en hij vindt zelf ook dat hij topsport aan het beoefenen is. Dankzij al die lieve familie en vrienden die hem bezoeken houdt hij het vol. ‘Die mensen houden mij in leven; waar heb ik dat aan te danken?’
Ik weet het wel, de prater heeft mooie eerlijke verhalen en een open blik. Hij maakt dingen mee die toeval zijn of niet, het is de gevoelige kant in hem. Hij maakt contact met mensen en daar komt verbinding uit voort. En nu doen die verhalen hem leven en terugkijken. Een tweede Ard Schenk is hij niet geworden. Maar nu inmiddels genietend van een balletje gehakt is deze topsporter een rijk man met kostbare verhalen die zeker een medaille waard zijn!

Els Rosenmöller,
coördinator Hospice Egmond
31 januari 2024

H0sp1c3Ard Schenk

1 comment

Join the conversation
  • Simone Schneider - februari 4, 2024 reply

    Els wat heb je dat weer mooi verwoord

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *