Over lippenstift en afleggen

Blog 47, februari 2025

Ze was 44 jaar getrouwd met Nico, inclusief 10 jaar goede zorg voor hem. Ze deed het met hart en ziel. Als Wil begint te praten hoef ik bijna geen vraag te stellen, de woorden rollen spontaan en enthousiast uit haar mond. Ondanks de droge mond als bijwerking van de pijnmedicatie heeft ze haar lippen gestift.  Ze ziet er prachtig uit. Ik realiseer me dat ik ook wel wat vaker een lippenstiftje kan gebruiken.

Ze vindt het een eer om nu bij ons te mogen zijn. Ik weet nog dat ze in november met haar dochter kwam om sfeer te proeven. Toen was ze er nog niet aan toe om te komen. ‘Wacht niet te lang’ zeg ik altijd. De zorg kan voor de mantelzorgers uitputtend zijn, ook al wordt het met liefde gedaan. De zorg overgeven aan je naasten kan ook bezwaarlijk voelen. Zo houd je samen iets in stand om elkaar niet te kort te doen en vooral niet te kwetsen. Alles is kwetsbaar in zo’n periode van ongeneselijk ziek zijn.
Daar weet Wil alles van. In 1969 begon ze in het ziekenhuis als leerling ziekenverzorgende. ‘Dat was een hele andere tijd’ vertelt ze, ‘er was veel gesnauw en ontevredenheid.’
Haar verblijf bij ons gaat al haar verwachtingen te boven. ‘Wie hier ook zijn, ze zijn allemaal zeer geschikt en dienstbaar, dat is zo waardevol. Natuurlijk heb ik ook momenten van vloeken, mijn hoofd wil graag nog verder maar, potverdikkeme, mijn lijf wil niet meer. Ik ben er stoer op afgegaan om bij jullie te komen en het voelt veilig.’
Vervolgens vertelt ze verder over de jaren zorg voor haar Nico; hij moest noodgedwongen beide benen verliezen en liep verder met protheses. Als hij in het ziekenhuis lag kwam Wil iedere ochtend vroeg om hem zelf te wassen. Thuis ging Wil zo nodig bij nacht en ontij in haar nachtpon over straat om een buurman of overbuurvrouw te helpen. Ook bij ons brengt ze haar buurvrouw na het gezamenlijk diner gezellig terug naar haar kamer.

Na decennia werken in de zorg heeft Wil genoeg overleden mensen gezien en ook het proces wat daaraan voorafging meegemaakt. ‘Kind, ik zal wat mensen hebben afgelegd’ gaat ze verder. ‘Mijn vader lag dood op de keukenvloer, hij was 51, mijn moeder overleed toen ze 63 was’. ‘Dode lichamen’, er volgt een zucht, ‘soms verzorgde ik er een paar op een nacht.’

Zo goed als ze voor anderen zorgde, voor zichzelf liet ze verstek gaan. Wil was niet trots op haar lijf en vond altijd dat ze te zwaar woog. Járen van vinger in de keel en veel overgeven maakte de relatie met haar weegschaal zeer obsessief. Toch kijkt ze met stralende ogen terug op een heerlijk leven. Bang voor de dood? Nee dat is Wil niet, ze verheugt zich op een leuk klasje daarboven en hoopt natuurlijk Nico te zien.

Na het gesprek doe ik een lippenstiftje op en meteen vragen vrijwilligers Yvonne en Jenny mij of ik uitga? Dank je Wil, het heeft direct resultaat en……ik ga nergens heen.

Els Rosenmöller,
coördinator Hospice Egmond
28 februari 2025

H0sp1c3Over lippenstift en afleggen

1 comment

Join the conversation
  • Paula - maart 9, 2025 reply

    Mooi. Ik denk dat het drempel verlagend is voor mensen die een duwtje nodig hebben.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *