Blog 25, 31 maart 2023
Steevast als ik om half negen het hospice binnenwandel is ze al in de huiskamer, onze charmante, frêle gast Tiny. Ze is altijd vroeg wakker, krijgt dan het ontbijt op haar kamer en ze wordt verzorgd door de verpleegkundige. Dan komt ze met bed en al naar de huiskamer; de dag kan beginnen. Mevrouw Gul, zoals ik haar aanspreek, is een mooie, echte dame. Het haar keurig gewassen, een warm vestje aan van goede kwaliteit en de lippen gestift in een kleur die haar huid doet stralen. Iedere dinsdag verheugt ze zich op de komst van Yvonne die haar handen masseert en een nieuwe kleur nagellak aanbrengt. Het bed is haar kameraad geworden. Dat ze haar bed niet meer uit kan, daar haalt ze haar schouders over op. Om haar heen liggen spulletjes verspreid over de deken. Een Zweeds puzzelboekje met loep, een breiwerk en de krant.
Ik schuif bij haar aan en vraag haar hoe het is om een derper te zijn. Ze is 91 jaar, geboren en getogen in Egmond aan Zee, dus een échte derper. Ze haalt haar schouders op, ze weet het eigenlijk niet. Maar dan komen toch de verhalen, over het gezin waarin ze is opgegroeid met haar twee broers. Moeder verhuurde zomers het woonhuis aan badgasten en zelf sliepen ze dan in de schuur achter in de tuin. ‘Zo ging dat vroeger. Mijn opoe deed dat ook, iedereen deed dat!’ vertelt ze me. Opoe had bovendien een ‘thuishaalder’, dat was Leen, een pleegzoon dus. In de zomer sliepen zowel Opoe als Leen op zolder en de badgasten beneden in de bedstee. ‘Oja’ zegt ze ‘mijn broers gingen ’s nachts meeuweneieren uit nesten halen, dat mocht natuurlijk niet.’ Stiekem lachend glimt ze bij de herinnering. ‘Ze kwamen dan met een emmer vol eieren terug uit de duinen. Mijn moeder bakte er cake mee, dat was wel lekker.’ Ook gingen de broers jutten, haalden zeeschuim van het strand en gingen op konijnenjacht met hun fret. Zelf ging ze op zoek naar ‘braamt’; dat leverde voor een hele winter sap en jam op.
Mevrouw vertelt verder over haar werk op een strandpaviljoen. Haar moeder, verdere familie, iedereen kwam naar het strand. Er was altijd een paard en moeder ‘ezelden zich’ op zijn rug om een ritje te maken. De pret uit die tijd spat er bij Tiny Gul nog van af. ‘Vroeger was het leven gezelliger, intiemer’. Ik begrijp haar wel als ik aan haar lippen hang in de woonkamer van ons hospice. De verhalen komen als een film aan me voorbij. Wat een levensvreugde komt er tevoorschijn en wat een rijkdom zit er in deze eenvoud van het bestaan van vroeger.
Mevrouw Gul vindt het goed om nu bij ons te zijn, maar dat is natuurlijk niet voor niets. Dat ze gaat sterven weet ze. Als ik haar vraag wat dat met haar doet zegt ze enigszins onzeker maar zeer nadrukkelijk, ‘Ik denk daar niet over na’, ze kijkt me doordringend aan en haalt haar schouders op. Ze accepteert.
Els Rosenmöller,
coördinator Hospice Egmond
31 maart 2023
Geef een reactie